maandag 28 maart 2011

3 ► het begin

De regentijd is van november tot en met april en dan is het zeer warm en vochtig. Voor zuidelijk Afrika geldt dan ook als meest ideale reistijd de periode vanaf half mei.
We vliegen op Johannesburg van waaruit we de volgende ochtend naar Windhoek gaan met Air Namibia. Daar staat een auto voor ons klaar en begint ons avontuur pas echt. In vogelvlucht ziet het er als volgt uit: met de auto zullen we twee weken door Namibië trekken waarna we vanuit Windhoek via Maun in Botswana naar de Okavango Delta en Chobe National Park gaan. Hier zullen we ruim een week vanuit twee lodges safari's doen. Vanuit Kasane, dichtbij Livingstone gelegen, gaan we dan weer via Johannesburg terug naar Nederland.
Ik lees over de vele vogelsoorten die in zuidelijk Afrika voorkomen. Zo zijn er wel acht soort ooievaars. In Zambia hebben we de zadelbekooievaar met zijn prachtige rood-geel-zwarte snavel al leren kennen. Maar ook de yellow-billed stork en de maribou zullen we wel te zien krijgen. Natuurlijk hopen we ook de grootste vogel die op aarde rondloopt te ontmoeten: de struisvogel.
Hopelijk maken we ook kennis met andere diersoorten. In Namibië zullen we behalve in het Etosha Park tijdens onze rondreis overigens niet heel veel dieren ontmoeten. We rijden met onze huurauto vanuit Windhoek zo'n 2.000 km door woestijnen, zandduinen en bergen. Onze eerste bestemming na Windhoek ligt in zuidwestelijke richting: het Namib Naukluft Park, een duingebied rond een lagune met in de onmiddellijke omgeving ook grillige bergen met diepe kloven. Daarna gaan we 350 km noordwaarts naar
Swakopmund. In deze stad aan de Atlantische Oceaan kun je veel activiteiten ondernemen. Ik kom hier later nog op terug, want op dit moment heb ik nog geen idee wat ons leuk lijkt om te gaan doen. We verblijven hier twee nachten en trekken dan door in noordelijke richting naar Damaraland. Misschien gaan we onderweg nog langs een grote pelsrobbenkolonie (80.000 robben) bij Cape Cross.
We komen dan in één van de mooiste landschappelijke gebieden van Namibië waarin ook de woestijnolifant, de zwarte neushoorn, de struisvogel en de springbok leven.

2 opmerkingen:

  1. Klinkt prachtig, Sjef. Je hebt duidelijk een grote belangstelling voor natuur en landschap. Gaat die ook uit naar de mensen die deze gebieden bevolken? Wat voor mensen zijn dat? Welke talen zijn er gangbaar? Verwacht je een gastvrij onthaal?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Jelle, goeie vraag. Eerlijk gezegd gaat mijn aandacht het meeste uit naar de natuur, de belevenissen met het grote wild en het ontdekken van de vele prachtige vogelsoorten. Ik zou ook wel graag de mensen van de verschillende stammen willen ontmoeten, waarbij ik wel de vraag heb wat ik ze kan bieden dan alleen mijn nieuwsgierigheid naar de manier waarop zij leven en werken. Ik ben hierin wat terughoudend omdat ik weet dat er soms shows worden opgevoerd speciaal voor toeristen. De 7 of 8 verschillende stammen zullen ieder wel een eigen taal hebben. We zullen zeker (weer) van de hartelijkheid en gastvrijheid van de lodge-owners kunnen genieten.

    BeantwoordenVerwijderen