Namibië is een van de veiligste landen van Afrika. In Windhoek en andere grotere plaatsen moet je wel uitkijken in bepaalde wijken, maar dat geldt ook voor grote steden in Nederland. We zullen met onze auto in Windhoek en Swakopmund van een bewaakte parking gebruik moeten maken. Bij tankstations is er dan ook nogal eens een groepje jonge mannen die je naam vragen en die dan zonder dat je het ziet op een cocosnoot graveren en daarna te koop aanbieden voor veel geld. Aangeraden wordt ook de deuren van de auto gesloten te houden en attent te zijn op afleidingsmanoeuvers.
En dan zijn er natuurlijk ook de gevaren van de insecten. We hebben natuurlijk Malaria tabletten geslikt, maar er zijn ook schorpioenen en slangen die op ons pad kunnen komen.
Zij vormen wel een risico. Alhoewel we niet kamperen zullen we deze reptielen misschien toch op onze tocht tegenkomen. Tijdens wandelsafaris's bijvoorbeeld en dan moet je dichte schoenen en een lange broek dragen. Door te stampen of met een stok op de grond te slaan verjaag je de slangen. De pofadder echter niet, die vertrouwt op zijn schutkleur en slaat dus niet op de vlucht. Hij ligt bij voorkeur te slapen in het losse zand van een droge rivierbedding en onder struiken.
De schorpioenen kunnen zeer pijnlijke verwondingen veroorzaken maar hun beet heeft verder geen schadelijke gevolgen.
In dit hoofdstuk heb ik het verder nog niet over de gevaren van de krokodil die roerloos langs de waterrand ligt en de nijlpaard die met 3000 kilo vlees met een vaart van 40 km per uur achter je aan kan zitten. Gelukkig hebben wij bij ons bezoek aan Zambia al de nodige verhalen over dit beest gehoord en ook wat praktijkervaring opgedaan met de boottochten over de Zambesi. Wij hebben er een heilig ontzag voor deze beesten aan overgehouden. Desalniettemin zal het een hele belevenis zijn om deze machtige dieren weer te ontmoeten.
Bilharzia is ook een risico, maar daar ben je zelf bij als je in stilstaand water gaat zwemmen. Gaan we dus niet doen.